This form is protected by reCAPTCHA - the Google Privacy Policy and Terms of Service apply.
Het aanmaken van een account heeft vele voordelen:
Vraag een willekeurige wegracefan om de meest herkenbare kleurencombi in de MotoGP en hij of zij komt zeker uit bij die van Repsol Honda. De zeer bepalende oranje/rode cirkel van Repsol siert sinds de midden jaren negentig het kuipwerk van de Honda’s. De oliegigant stapte overigens op het meest perfecte moment in, want ze liftten gelijk mee op het succes van een Australische geweldenaar: Mick Doohan.
Voor het seizoen 1995 veranderen de kleuren van Honda’s fabrieksteam en komt er prominent Repsol op de kuipen van Mick Doohan, Alex Crivillè en Sinichi Itoh te staan. De timing is top, want gelijk prijkt een dikke 1 op een van de Repsol Honda’s, en wel die van Doohan. Een jaar ervoor is hij namelijk begonnen met het uitrollen van zijn dominantie in de Grand Prix-paddock. In ’94 pakt hij met overmacht zijn eerste wereldtitel. Vier wedstrijden voor het einde van het seizoen valt Michael Sydney Doohan niet meer in te halen door mannen als Cadalora, Kocinski en Schwantz.
Het mag bijna een wonder genoemd worden dat de Australiër zich tot wereldkampioen kan laten kronen, want twee jaar ervoor maakt hij nog een gruwelcrash mee op het Circuit van Assen. Het scheelt weinig of Doohan rijdt geen enkele Grand Prix meer na de TT van 1992. Mick valt van zijn NSR500 en terwijl zijn lichaam draait, blijft zijn been onder de motor hangen. De Honda-coureur loopt niet alleen spiraalbreuken in zijn rechter kuit- en scheenbeen op, ook krijgt hij te kampen met een serieuze infectie. De chirurgen van het plaatselijke Wilhelmina ziekenhuis zien zelfs de noodzaak om zijn onderbeen te amputeren, maar Grand Prixdokter Claudio Costa grijpt in. Hij opereert Doohan in zijn eigen kliniek en naait beide benen aan elkaar. De methode blijkt te werken en Costa voorkomt zo een amputatie.
Hoewel Doohan’s rechterbeen is gered, levert deze nog altijd veel problemen op tijdens het rijden. De Australiër kan nauwelijks zijn achterrem gebruiken doordat hij kracht mist in zijn been. Zijn chef-monteur Jeremy Burgess komt met een oplossing, de duimrem. Het zorgt ervoor dat Mick Doohan alsnog alles uit zijn Honda kan halen en in 1994 leidt dat tot zijn eerste wereldkampioenschap. De hegemonie van Doohan in de Grand Prix-paddock duurt tot aan 1998, als hij voor de vijfde keer een wereldtitel weet te grijpen.
Ondanks zijn slechte rechterbeen weet hij die jaren iedereen zijn wil op te leggen. “Een bikkelharde coureur”, herinnert voormalig GP-coureur Jurgen van den Goorbergh zich. De Nederlander staat in de laatste seizoenen van Doohan ook op de startgrid van het WK 500 cc. “Zonder meer is hij de grootste coureur van de jaren negentig, Mick stond gewoon een niveautje hoger dan al zijn concurrenten.” Volgens Van den Goorbergh heeft de vijfvoudig wereldkampioen dat te danken aan zijn pure rij talent, gecombineerd met een ongekende mentaliteit. “Altijd willen winnen, ten koste van alles. Dat vind je nu eigenlijk enkel terug bij Marc Marquez. Op fysiek gebied was hij ook een geval apart. Hij was enorm sterk, vooral zijn bovenlichaam.
Dat was natuurlijk ter compensatie van zijn slechte been.” Die ongekende drive zorgt ervoor dat Mick Doohan niet de meest geliefde coureur in de paddock is. Hij staat te boek als een niet al te gemakkelijk persoon. Toch krijgt Van den Goorbergh ook een andere kant van de topcoureur te zien. “We woonden bij elkaar in de buurt en dan ging ik weleens op de koffie bij Mick. Hij was op dat moment al gestopt, maar ik kon altijd bij hem langskomen om verschillende zaken met hem te bespreken. Daar leerde ik stiekem toch wel het nodige van.”
Dat Mick Doohan uiteindelijk vijf wereldtitels achter zijn naam heeft staan, is misschien niet zo heel vreemd te noemen. De Australiër laat namelijk al voor zijn Grand Prix-carrière zien dat hij weet hoe hij snel rond moet gaan op een motor. In 1987 weet hij indruk te maken tijdens gastoptredens in de acht uren van Suzuka en Formule 1 TT (soort voorganger van WK Superbike, red.).
Het daaropvolgende jaar breekt hij daadwerkelijk door als hij drie manches in het eerste WK Superbike-seizoen wint. De Japanse fabrikanten staan in de rij voor Micks handtekening en uiteindelijk kiest hij voor Honda. Na een prima debuutseizoen wint hij in 1990 zijn allereerste Grand Prix, op de Hungaroring. Doohan voegt er nog eens 53 overwinningen aan toe. En dat hadden er zelfs nog meer kunnen zijn. In 1999 gaat de Repsol Honda-coureur op zoek naar een zesde opeenvolgende wereldtitel, maar dan gaat het mis tijdens de derde GP van het jaar. Op Circuito de Jerez komt hij in een natte kwalificatiesessie hard ten val en ondergaat daarna meerdere operaties aan been, pols en schouder. De Australiër wil graag terugkeren, maar het lichaam sputtert te hard tegen. Op 34-jarige leeftijd moet hij de handdoek in de ring gooien en komt er na elf seizoenen een einde aan zijn GP-carrière.
Met als resultaat vijf wereldtitels, de nodige records én een gebroken lijf. Lange tijd blijft Doohan nog verbonden aan Honda, maar na 2004 richt hij zich meer en meer op zijn eigen bedrijven. De afgelopen jaren is de 55-jarige Doohan weer met regelmaat op het circuit te vinden, ter ondersteuning van zijn zoon Jack. Hij probeert carrière te maken in de autosport en is inmiddels in de Formule 3 aanbeland. Van den Goorbergh: “Ik hoop voor Jack dat hij eenzelfde drive heeft als zijn vader. Als dat het geval is, dan verwacht ik dat we ‘m over een tijdje in de Formule 1 gaan zien. Dat kan haast niet anders.”